Weinig perspectief op oplossen fietsparkeerprobleem

In het ‘Toekomstbeeld fietsparkeren Delft’ is door onderzoeksbureau HaskoningDHV inzichtelijk gemaakt wat de huidige en toekomstige fietsparkeerbehoefte is voor de binnenstad. Deze opgave is fors. De inschatting is dat er in de binnenstad richting 2040 een tekort van 8.000 fietsparkeerplaatsen zal zijn. Het huidige tekort is circa 2.000 fietsparkeerplaatsen. Naar aanleiding hiervan heeft het college vorig jaar het ‘Handelingsperpectief fietsparkeren Delft’ opgesteld. Hierin is globaal weergegeven hoe de gemeente het fietsparkeren nu en in de toekomst in goede banen wil leiden. Daarbij hoort een korte termijn aanpak en een lange termijn strategie. De uitwerking van de korte termijn aanpak heeft het college recent naar de raad gestuurd. Onderstaand een samenvatting daarvan.

Aanpak urgente problemen
Er wordt een drietal al langer bestaande urgente problemen aangepakt.
De eerste betreft Beestenmarkt en Kromstraat tijdens uitgaansavonden. De maatregelen bestaan uit een pop-up fietsparkeervoorziening op hoek Jacob Gerritstraat / Brabantse Turfmarkt op uitgaansavonden en de inzet van fietscoaches.
De tweede betreft Burgwal en Brabantse Turfmarkt tijdens opbouw van de markt. De maatregelen bestaan uit het plaatsen van borden in de vakken op de Burgwal en de inzet van fietscoaches.
De laatste betreft het Vesteplein. De capaciteit van de Vestepleinstalling wordt vergroot. In de stalling is momenteel een tussendepot aanwezig voor het opslaan van foutgestalde fietsen die in het weekend weggehaald worden vanuit de Kromstraat en maandag opgehaald worden om naar het depot Haaglanden gebracht te worden. Dit tussendepot wordt verplaatst naar elders. Op en rondom het plein worden extra klemmen/vakken op juiste plaats gerealiseerd: kort parkeren op het plein in vakken, lang parkeren in klemmen aan de zijden van het theater en de bioscoop.

Uitbreiding stallingscapaciteit
Het college geeft verder aan “We gaan direct aan de slag met het toevoegen van inpandig fietsparkeren in bestaande (winkel)panden”. De formulering wekt de indruk dat er een concreet pand op het oog is, maar als het om voorgenomen maatregelen voor fietsparkeren gaat, leert de ervaring dat het ‘eerst zien en dan geloven’ is. Zeker als onder het kopje ‘financieel’ in de tekst staat “zonder structureel budget kunnen we geen extra inpandige stallingen exploiteren”.

Fietsparkeren is verder één van de invullingen van de vrijgekomen parkeervakken bij de uitbreiding van autoluwplus. De invulling is tijdelijk totdat er voldoende inpandige stallingscapaciteit is gerealiseerd. Gemeentelijk uitgangspunt is dat circa 25% (circa 126 autoparkeervakken) van de bestaande autoparkeerplaatsen wordt gebruikt voor fietsnietjes en pop-up stallingen. Dit biedt plek voor circa 1.300 geparkeerde fietsen, waarmee hoofdzakelijk wordt voorzien in de huidige fietsparkeerbehoefte. Met andere woorden, deze fietsen staan al in het gebied gestald, maar nu vaak tegen bruggen en bomen. In BBN-gebied gaat dit om een beperkt aantal plaatsen (Vrouwjutteland oostzijde en Verwersdijk tussen Rietveld en Doelenplein. Op het laatste stuk zijn al twee van de acht parkeervakken van fietsnietjes voorzien. Met ca 10 op te heffen parkeerplaatsen aan het Vrouwjuttenland waarvan twee voor fietsparkeren, komen er ca 20 plaatsen voor fietsen bij. Door het kadeterras dat bij Lakila is toegestaan in het nieuwe terrassenbeleid, wat 10 plaatsen kost, is dit per saldo ca 10 plaatsen. Dat zet allesbehalve zoden aan de dijk.

Daarnaast vindt een verkenning plaats naar potentiële inpandige fietsenstallingen op de aanrijroutes en locaties met hoge fietsparkeerdruk, zoals Brabantse Turfmarkt, Oude Langedijk, Wijnhaven, Choorstraat. Realisatie hiervan is afhankelijk van budgetten en zal pas na 2025 plaatsvinden. Daarnaast vindt een globale verkenning plaats naar een nieuwe grootschalige stalling voor ten minste 800 fietsen.

Lage termijn aanpak
Ten aanzien van de lange termijn geeft de gemeente in de notitie aan:
“Tevens kunnen en willen we de verwachte toestroom aan fietsen niet onbeperkt blijven faciliteren. Om de druk op de binnenstad te beperken en de binnenstad bereikbaar en leefbaar te houden, gaan we ons inzetten op het verlagen van de toestroom van fietsen en het verlagen van de fietsparkeerbehoefte in de binnenstad. Aan welke knoppen kunnen we draaien om de fietsparkeervraag te beïnvloeden? Dit moet in samenhang bekeken worden met andere opgaven in de (binnen)stad. Fietsparkeren is een onderdeel hiervan, naast andere wensen voor bijvoorbeeld terrassen, meer ruimte voor groen, klimaatadaptieve maatregelen en meer verblijfsruimte.”

Onze conclusie
De drie genoemde urgente problemen zijn niet nieuw en de genoemde maatregelen ook niet. Dit zal naar verwachting tot weinig verandering leiden. De invullingen van de vrijgekomen parkeervakken bij de uitbreiding van autoluwplus met fietsparkeren wordt tijdelijk genoemd totdat er voldoende inpandige stallingsruimte is. Inpandige stallingsruimte is erg duur. Daarbij zal de stallingsbehoefte de komende jaren volgen het HaskoningDHV rapport sterk toenemen. Er zal daarom nooit voldoende inpandige stallingruimte komen en de invullingen van de vrijgekomen parkeervakken bij de uitbreiding van autoluwplus zal zeer waarschijnlijk definitief zijn. Laat het college daarover eerlijk zijn en de schuld van het niet realiseren van voldoende inpandige fietsenstallingen niet op het bordje van toekomstige colleges (en gemeenteraden) leggen.

In het Handelingsperspectief Fietsparkeren Delft schreef het college vorig jaar over het beperken van de toestroom van fietsen:
Als denkrichting kan mogelijk aan de volgende knoppen gedraaid worden:
- Stimuleringsmaatregelen lopen. In het Mobiliteits Programma Delft 2040 staat de voetganger in de binnenstad op de eerste plaats. Willen we dan wel dat iedereen met de fiets komt of willen we (nog) meer inzetten op lopen en de toestroom van fietsers verminderen?
- Functiespreiding. Kan de druk op de binnenstad beter verspreid worden over de stad? Is bijvoorbeeld verruiming van de mogelijkheden voor horeca buiten de binnenstad een wenselijke knop om aan te draaien?”
Nu geeft het college aan: “Aan welke knoppen kunnen we draaien om de fietsparkeervraag te beïnvloeden? Dit moet in samenhang bekeken worden met andere opgaven in de (binnen)stad. Fietsparkeren is een onderdeel hiervan, naast andere wensen voor bijvoorbeeld terrassen, meer ruimte voor groen, klimaatadaptieve maatregelen en meer verblijfsruimte.”
Vorig jaar werd het realiseren van horeca buiten de binnenstad als optie genoemd, nu niet meer en worden terrassen als eerste ruimtewens genoemd. De hele notitie Korte termijn aanpak fietsparkeren binnenstad overziend moeten wij jammer genoeg concluderen dat er weinig reëel perspectief is op het oplossen van het fietsparkeerprobleem in de binnenstad.

Voor de notitie Korte termijn aanpak fietsparkeren binnenstad  klik hier.

geplaatst op
21 april 2024