Woonvisie: zienswijze bewonersbelangenorganisaties

De ontwerp Woonvisie maakt een aantal belangrijke keuzes. De gemeente wil meer gebiedsgericht gaan werken, met meer gemeentelijke regie dan de afgelopen tijd. Dat is mooi.

Daarbij wordt weer uitgegaan van een  toename van de goedkopere woningvoorraad. Ook zullen er primair op de campus een fors aantal studentenwoningen als inhaalslag worden gerealiseerd, zodat de druk op de bestaande voorraad kan afnemen. Er komt een Delfts Woonplatform. Ook dat zijn voor ons positieve punten.

Maar de woonvisie kan verder worden aangescherpt. We hebben in een zienswijze samen andere Delftse bewonersbelangenorganisaties (Dobb) de gemeente een aantal voor ons belangrijke punten meegegeven.

We missen in het opgenomen bouwprogramma een kwantitatieve uitsplitsing voor welke doelgroepen gebouwd gaat worden en welke woonconcepten daarbij horen. Die uitsplitsing is er alleen voor de doelgroep studenten opgenomen. Maar niet voor bijvoorbeeld seniorenwoningen, ondanks dat dit in het Coalitieakkoord al werd aangekondigd. Voor gezinnen is minder plek in het bouwprogramma: er wordt aangegeven om de aandacht te verleggen naar het toevoegen van woningen voor lokale starters/ jongeren en kwetsbare groepen en ouderen op de woningmarkt, in plaats van meer grondgebonden gezinswoningen. Het is opvallend dat het woord ‘kinderen’ maar één keer voorkomt in de ontwerp woonvisie; bij de uitwerking per wijk in Voordijkshoorn. We pleiten er voor om – binnen de beperkingen die er zijn qua ruimte – te blijven mikken op woonconcepten waardoor we deze doelgroep wel aan de stad kunnen blijven binden en aan woonmilieus die aantrekkelijk zijn voor deze doelgroep. Stadswoningen in stedelijke dichtheden aantrekkelijk maken voor gezinnen met kinderen, is prima mogelijk, maar vraagt een toegespitst woonmilieu en dus regie. Het kaartje boven dit verhaal geeft een inidcatie van waar het bouwprogramma vooral gerealiseerd gaat worden.

Verder kan en mag wijkgericht woonbeleid geen top‐down beleid zijn. Gebiedsgericht werken betekent ook de bewoners van de wijk te betrekken bij nieuwe projecten.
De ontwerp woonvisie bevat nu een uitwerking per wijk. Die moet ons inziens mede in gesprek met de wijken verder uitgewerkt worden. Bij de uitwerking op wijkniveau moet meer aandacht gegeven worden aan de woonbehoeften in de wijk zelf, door potentiële doelgroepen actief te betrekken en zo ook echt wijkgericht woonbeleid te krijgen. Om bijvoorbeeld doorstroming op gang te krijgen naar seniorenwoningen, is het van belang de senioren uit de wijk te betrekken bij de nieuw te bouwen seniorenwoningen en woonconcepten om de kans op doorstroming te vergroten. En bij de realisatie van studentenwoningen op de campus, is het van belang studenten te betrekken bij het woonconcept, gegeven de behoefte aan onzelfstandige woningen.

We zien een drang om snel te bouwen, maar pleiten daarbij ook voor zorgvuldigheid. Plannen moeten goed afgestemd worden met omwonenden. De randvoorwaarden t.a.v. de leefbaarheid die door bewoners op wijk‐ en projectniveau worden geformuleerd, dienen belangrijke input te zijn voor het maken van planuitvoeringskaders. Dat houdt niet alleen wijken leefbaar, maar voorkomt ook procedurele vertraging omdat omwonenden in bezwaar/beroep gaan. 

Ook voor plannen die nu al op de rol staan maar waar nog onderhandelingsruimte zit, vinden we dat bekeken moet worden of een groter aandeel als betaalbare woningen gerealiseerd kan worden. Verkoop van bestaande sociale huurwoningen winden we onwenselijk, en als het gebeurt moet het gecompenseerd worden in de betreffende wijk. We maken ons zorgen over de particuliere sociale voorraad, waar de gemeente een afname verwacht. De gemeente probeert in gesprekken met particuliere verhuurders dit tegen te gaan, maar onduidelijk is welke actie de gemeente neemt als dit mislukt. Ook corporaties hebben woningen die buiten sociale segment verhuurd kunnen worden (niet DAEB-woningen); ook hier vinden we dat de gemeente het gesprek aan moet gaan om deze woningen sociaal te houden of weer sociaal te verhuren1.

Bij verduurzaming van de bestaande voorraad vragen we ook aandacht voor vergroening van de woonmilieus en de leefomgeving en andere maatregelen op het terrein van klimaatadaptatie. De voorgenomen verdichting kan ook ten koste gaan van groen en extra woningen per hectare vraagt juist om extra groen. De norm moet zijn om de hoeveelheid groen per inwoner tenminste gelijk te houden.

We pleiten voor meer aandacht voor leefbaarheid in de Woonvisie. We vinden dat de Woonvisie leefbaarheid expliciet moet benoemen als aanleiding om te kunnen sturen in de samenstelling van de woningvoorraad. We pleiten voor invoering van een verhuurvergunningenstelsel, om ‘huisjesmelkers’ aan te kunnen pakken. En maximale inspanning van de gemeente om in probleembuurten een strategie te ontwikkelen gericht op het verminderen van de druk van bewoning door passanten. We lezen dat grotere studentencomplexen in de stad zullen worden aangepakt; we pleiten er voor de leefbaarheid hier nadrukkelijk in mee te nemen, zoals een oplossing voor de fietsparkeerproblematiek en ook (bestaande) overlast.

We hopen dat deze punten landen in een aangepaste versie van de Woonvisie. De gemeenteraad is straks aanzet om de Woonvisie vast te stellen.

Zie de gehele tekst van onze zienswijze hier.

1) hier is vanuit Stichting Buurt- en Speeltuinwerk Geerweg een vurig pleidooi voor gehouden in een zienswijze n.a.v. ontwikkelingen in deze oorspronkelijke stadsvernieuwingsbuurt, zie hier.

geplaatst op
13 september 2023